Dit artikel is geschreven door Heres Stad voor Logistiek.nl
Liefhebbers van alternatieve popmuziek (en meer) konden afgelopen weekend weer hun hart ophalen op Vlieland. De organisatie van het festival is zelf vooral erg te spreken over de verduurzaming van onder meer het toepassen van elektrische materieel en het opladen daarvan. Met dank aan de Topsector Logistiek.
“Het is ons gelukt”, zegt een opgetogen Daan Stigter op het zonovergoten festivalterrein. Hij is verantwoordelijk voor de uitvoering van de duurzaamheidsdoelen die de organisatie van Into The Great Wide Open (ITGWO) zichzelf heeft opgelegd. Het festival wil toonaangevend zijn op zoveel mogelijk duurzaamheidsaspecten. Maar dit jaar stond het uitbannen van diesel als brandstof voor generatoren bovenaan het lijstje en het maximaal inzetten van elektrische voertuigen.
Zo min mogelijk impact op de natuur
Stigter heeft stad en land afgebeld om elektrische verreikers te krijgen en bijvoorbeeld ruwterrein heftrucks. Want het viel nog niet mee om dit materieel te reserveren voor de op- en afbouw van het festival. Trots wijst hij op de Volvo L25 electric wiellader, die luid piepend in de achteruitstand bouwmaterialen verplaatst. Verderop rijdt een donkergroene heftruck van Prins Maasdijk, ook elektrisch. Regelmatig komen kleine, elektrische knikladers (‘knikmops’) voorbij, die volgens Stigter inmiddels razend populair zijn bij de mensen die in het duingebied van Vlieland heen en weer rijden. Populair vanwege hun korte draaicirkel, maar ook omdat de bodemondergrond veel minder te lijden heeft. Dat is waar de ITGWO organisatie eigenlijk vooral continu mee bezig is: hoe kunnen we dit festival laten plaatsvinden zonder dat de omgeving er op welke manier dan ook hinder van ondervindt.
Heen en weer gesleep met batterijen
Om die reden werkt ITGWO al een paar jaar samen met Greener. Het bedrijf is leverancier van mobiele batterijen, bedoeld als tijdelijke energievoorziening voor bouwplaatsen en festivalterreinen. Vorig jaar draaiden de verschillende stages en de horeca van het festival voor het eerst grotendeels op groene energie op basis van ‘battery swapping’; een vaste batterij werd gedurende de dag backstage opgeladen door een mobiele batterij van Greener, die pendelde tussen het festivalterrein en de jachthaven, waar de batterij van stroom werd voorzien middels een netaansluiting. Het verplaatsen gebeurt dit jaar opnieuw, maar nu een elektrische vrachtwagen, want ITGWO wil nu ook de transportbewegingen op het eiland verder verduurzamen. Met de omschakeling van diesel naar elektrisch weet het festival zo’n 18 ton fossiele CO2-uitstoot te besparen. Bovendien wordt dit jaar op het festivalterrein gebruikgemaakt van een waterstofaggregaat van Watermeln en energie opgewekt met zonnepanelen van Volta.
Elk jaar nieuwe knelpunten aanpakken
Dieter Castelein is, als oprichter en ceo van Greener, al sinds 2018 betrokken bij de ‘elektrificering’ van het festival. Inmiddels heeft zijn bedrijf 185 mobiele batterijen in het verhuuraanbod opgenomen, vooral voor de bouw een aanverwante sectoren. Maar ondertussen ziet Greener ook mooie kansen voor het oplossen van netcongestie en laadvraagstukken bij wegvervoerders op locaties waar zij vertoeven.
Ieder jaar weet Castelein, samen met de festivalorganisatie, weer andere knelpunten aan te pakken. “We zijn erg blij dat we ook dit jaar bijdragen aan het groenste festival van Nederland. Wat ITGWO zo mooi maakt, is dat ze continu bezig zijn om de volgende stap te zetten richting volledig emissievrij.”
Diesel maakt plaats voor elektrisch
Dit jaar ging de aandacht uit naar de inzet van mobiele werktuigen. Zeker tijdens de op- en afbouwfase vinden veel transportbewegingen plaats. Dat bracht Stigter ertoe om begin dit jaar op zoektocht te gaan naar wat ultiem mogelijk is op dit moment. Vorig jaar was alles nog diesel voor wat betreft het materieel dat behulpzaam is bij het op- en afbouwen. Dat moest anders. Via onder meer het platform Emission-0 (marktplaats voor elektrisch bouwmaterieel) kwam Stigter in contact met de Topsector Logistiek, dat een apart programma heeft draaien voor het verduurzamen van mobiele werktuigen en bouwlogistiek. Dit festival maakt daar nu onderdeel van uit. Vanuit de financiële middelen waar de Topsector over beschikt, heeft ITGWO nu een bijdrage gekregen van 7.500 euro om meer inzicht te vergaren en het festival te gebruiken als proeftuin.
Proeftuin SEB project in de bouw
Richard Mulders en Sven Markus zijn namens de Topsector betrokken bij de uitvoering van dit programma. Zij zien grote kansen om met ITGWO als proeftuin ervaringen op te doen, die ook elders in de bouwsector (en daarbuiten) tot duurzame innovaties kunnen leiden. Districon is aangehaakt om metingen te doen naar de impact van het opladen van trucks – zowel wat betreft emissies, kosten als gebruikerservaringen. Om meer inzicht te krijgen hebben zij het gebruik (en verbruik) van het elektrische bouwmaterieel nauwkeurig vastgelegd en daarmee informatie kunnen ophalen, die in het kader van het SEB (Schoner en Emissieloos Bouwen) convenant, van groot belang is voor het verduurzamen van de bouw. Dat inzicht zal meer en meer nodig zijn voor het verkrijgen van vergunningen, ook voor het houden van meerdaagse festivals.
Veel steun van diverse leveranciers
Het elektrisch bouwmaterieel, dat afgelopen week werd gebruikt op Vlieland, is afkomstig van Ecorent, Prins Maasdijk, DuraVermeer, Verno, Rent4Crew, Diks, Veldhuizen, Durabilis Transport in Ede en De Schans in Hedel. Het laatste bedrijf leverde de Knikmops, een nieuwe type mobiel werktuig voor de opbouwers van het festival en meteen al razend populair. Durabilis stelde een elektrische vrachtwagen ter beschikking en dacht mee over de optimale inzet daarvan.
Onverwachte wirwar aan stekkers
De Topsector kwam in samenspraak met Stigter tot een projectplan om uit te vinden waar je al snel tegenaan loopt met emissieloos op- en afbouwen. Onder andere het opladen was een belangrijke uitdaging. Om die reden heeft Greener dit jaar ook een laadplein ingericht. Bijkomend voordeel was, dat op die manier al tijdens de dagen voorafgaand aan het festival duidelijk werd of de gevraagde piekbelasting – dus nog voor het moment dat het echt los gaat op de diverse podia – ook daadwerkelijk kon worden opgevangen. Maar ook andere vraagstukken, bijvoorbeeld ten aanzien van de enorme diversiteit aan stekkers van de verschillende apparaten, kwamen aan het licht. “Heel bijzonder”, zegt Stigter, “hoe moeilijk het is om van alle leveranciers een goed beeld te krijgen wat zij precies gebruiken op dat punt. We hebben heel veel geleerd, juist ook wat betreft allerlei praktische zaken.”
Interessante data voor mkb-ers in de bouw
Die kennis wil de organisatie met alle liefde delen. “Dat was ook een voorwaarde voor ons om hieraan deel te nemen”, merkt Markus op. “We hebben gedurende de hele aanloop naar het festival al veel leerpunten vastgelegd. Wat gaat er mis, wat gaat er goed? Hierna komt er een uitvoerig rapport. De bevindingen daaruit willen we als Topsector op een laagdrempelige manier delen met bedrijven in de bouwsector.”
Mulders: “Dat zullen aanbevelingen zijn voor het in kaart brengen van de energiebehoefte, de beschikbare restcapaciteit en het standaardiseren van de laadinfra, waaronder het omgaan met een grote verscheidenheid van stekkers. Kortom aanbevelingen waar ook kleine bouwbedrijven wat mee kunnen in de transitie die zij net zo goed moeten maken.” Volgens Mulders is ook duidelijk geworden dat de organisatie door slimmer met de inzet van de machines om te gaan, ook met minder mobiele werktuigen de klus kan worden geklaard. Die stappen kunnen andere festival- en bouwplaatsen ook zetten.